Biologieles achter het fietsenhok

De scholen zijn weer begonnen en dan denk ik toch altijd weer even terug aan mijn eigen middelbare school periode. Ik was eigenlijk best een braaf menneke, de enige keer dat ik moest nablijven, was omdat ik in de pauze alvast bij het lokaal voor de volgende les was gaan zitten. Scoor je geen punten mee op het schoolplein van een VMBO hè, ik weet het. Ik kwam sowieso bijna niet op het schoolplein, dat was voor Nickje een soort vervaarlijke jungle zonder Pythons of Boa constrictors, maar gevuld  met louche vlassnor-dragende gasten die een opleiding tot automonteur deden en zo woest uit hun ogen keken dat ze je op de kop in de prullenbak zouden zetten op het moment dat je ook maar één blik met ze wisselde. 

 

Eigenlijk was ik een grijze muis. Ik werd niet in elkaar geslagen, maar ik sloeg ook niemand in elkaar. Zeg maar het Heracles Almelo van mijn klas, niemand had er echt een hekel aan, maar ik was ook geen bedreiging voor de stoere gasten op het schoolplein. Ook toen maakte ik al slechte woordgrapjes, waar de stoere gasten om moesten lachen, om ze vervolgens te gebruiken om de knapste chicks van het schoolplein te versieren, om daarna achter het fietsenhok te eindigen voor een euh ja, soort practicum bijles biologie. Als dank werden mijn banden van mijn fiets vervolgen niet lek gestoken. Maar zelf stiekem zoenen achter het fietsenhok? Neh, Nickje niet gezien. Ik was ook zo’n ontzettend naïef ventje, wanneer een van de leukste meisjes uit mijn klas vroeg ‘of ik niet met haar mee naar IJsselmuiden wilde fietsen, want haar ouders waren toch niet in huis’, dan antwoordde deze onnozele gans: ‘Nee joh, dat is ontzettend om fietsen voor mij.’ Met deze denkwijze kom je natuurlijk nooit achter een fietsenhok te staan hè. 

 

De middelbare school was ook de tijd dat je op de zondagavond na een weekje vakantie nergens je broodtrommel kon vinden. Vol schaamte jatte ik vervolgens de Spice Girls broodtrommel van mijn zusje, om die volgende maandagochtend in het kluisje op school een broodtrommel aan te treffen, met daarin dan weer iets wat een week daarvoor nog werd verkocht als brood. Met salami als beleg, wat blijkbaar na een week in een broodtrommel helemaal groen uit begint te slaan. Met witte stippen. En zo stond ik opeens toch nog achter het fietsenhok, niet om brommers te kieken met het leukste meisje van de klas, maar om mijn maaginhoud te legen nadat ik die desbetreffende broodtrommel open had gemaakt.  


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.