“Een man in huis is een kat nodig”. Het waren deze woorden van Nick Hoekman die er in 2014 voor zorgde dat ik – Nick Hoekman, overging tot de aanschaf van een kat. Of nou ja, aanschaf is wel een heel groot woord. Ophalen, van een boerderij. Zo werkt dat. Waar je bij de gewone mensen huizen honderden vierkante meters aan treurige stoeptegels gratis kunt afhalen, zo kun je bij boerderijen katten bij de vleet vandaan plukken. Voor agrariërs zijn katten net stoeptegels, maar dan hebben ze een staart en spartelen ze tegen wanneer je ze in de sloot wilt gooien. En dat wil ik niet, dat katten in de sloot worden gegooid. Vooral niet wanneer ze nog niet kunnen zwemmen.
Ik had geen eisen, het moest alleen over een rode vacht beschikken. Dit is nog steeds een legitieme reden om als vrouw bij mij door de poort te mogen wandelen, over een rode vacht beschikken. Maar dat is weer een heel ander verhaal. Goed, terug naar Freek. Want zo had ik haar genoemd. “Nick, een poes Freek noemen, dat kan toch niet?”. Nou, zoals u kunt lezen kon dat prima. Weg met de tijd dat huisdieren stomme namen krijgen zoals Poekie, Snuf of Nijntje. We willen toch dat huisdieren serieus worden genomen in het gezinsleven? Geef het dan ook een serieuze naam. Mijn volgende kat ga ik daarom Hector noemen. Of Prinses Beatrix. Dat laatste lijkt me nu al leuk, dat ik door de straten van Genemuiden loop te roepen “Prinses Beatrix, brokjes, kom maar bij het baasje, ja, kom maar, Prinses Beatrix lekker brokjes eten hè, koediekoediekoedie”. En als ze daar niet op reageert, even in de buurt rondvragen “Of ze Prinses Beatrix hebben ze gezien, want ik heb lekkere brokjes voor haar”. U snapt dat ik me hier erg op verheug. Of ik zit binnen de kortste keren weer op een gesloten afdeling, kan ook.
Nee, we hadden het over Freek. En echt, mensen, Freek is het leukste beestje wat ik ooit in mijn leven ben tegengekomen. Freek was voor andere (huis)dieren een ware nachtmerrie, het verstopte zich tijdens logeerpartijtjes in het ouderlijk huis achter de gordijnen om zich vanuit het niets vast te klampen aan de staarten van de twee Golden Retrievers die ons gezin rijk is. Er is niks leukers om te zien dan een rode kater die zich door de woonkamer laat slepen aan de staart van een Golden Retriever. En de Golden Retrievers? Die vonden het allemaal prima.
Inderdaad, vonden. Want Freek is niet meer. Freek is nu ergens hoog in de dierenhemel. En daar laat hij zich voortslepen, vastgeklampt aan de staarten van overleden Golden Retrievers.